Bittere nederlaag tegen ASV 5

ASV 5 - ASA 2 5-3

Door Arnout Karssenberg

De tweede wedstrijd tegen een ASV-team in dit seizoen is geëindigd in een 5-3 nederlaag. Zoekend naar een passend adjectief voor deze nederlaag ben ik op ‘bitter’ uitgekomen, want zo was de nasmaak voor mij toch wel. Met name omdat we een uitgelezen kans om de laatste plaats in de ranglijst te verlaten, hebben laten liggen en omdat we tot de absolute slotfase zicht hadden op een matchpunt of meer.

In Het Pleijwerk in IJsseloord voelde het meer alsof je bij een groot weekendtoernooi zat dan bij een KNSB-competitiewedstrijd. Maar liefst acht bezoekende teams gaven acte de présence op het bedrijventerrein in Arnhem-Oost. Tel daar de teams van ASV bij op en je komt op een mannetje of 130. Overal bekende ASV-gezichten, leden en oud-leden van ASA en allerlei andere schakers waarvan je niet wist dat ze die dag ook tegen ASV moesten spelen. De tot schaakwalhallah omgedoopte sporthal was helemaal ingericht, drie wedstrijdleiders waren opgetrommeld om de boel in goede banen te leiden, kortom, alles en iedereen was er klaar voor. Felle buien geselden het dak van de sporthal, wat een overdovend lawaai veroorzaakte, maar alleen maar bijdroeg aan de sfeer.

Qua resultaten op onze borden verliep de middag wisselend. Eigenlijk kon het de hele tijd alle kanten op.
Rein had tegen Roy Vink wat problemen in de opening. Net toen het weer gelijk stond, gaf hij een kwal weg. Hij zocht verwoed naar compensatie, maar vond die niet en gaf “misselijk van zichzelf” op. Dat laatste is toch een vervelende bijkomstigheid, die eigenlijk niet nodig is, maar waar geen enkele schaker helemaal aan ontkomt.
Achter het bord van Ben dacht zwartspeler Steven Braun lang na over zijn eerste tien zetten. Na dameruil kreeg onze man het initiatief. Helaas speelde Ben het naar eigen zeggen niet helemaal nauwkeurig, waardoor de stelling volledig gelijk werd. Zwart bood remise aan en vanwege de stand op de overige borden nam hij het maar aan.
Op bord 8 deed ‘vaste invaller’ Wout zijn best om het Bob Kooij lastig te maken. Na afloop zei Wout dat hij waarschijnlijk had moeten winnen, maar jammer genoeg verzandde de partij in remise.
Ondertussen wierp ik van achter mijn eigen bord af en toe een blik op het bord van Ron, en die blik werd elke keer een stukje bezorgder. In een damegambiet had hij met zwart weinig activiteit, en zijn witveldige loper beet zich stuk op de vijandige pionnen. Al snel ging er een zwarte pion van het bord en later nog een. De zwarte stukken hadden zich intussen wel vrijgevochten, maar twee pionnen achter was gewoon te veel en Ronnie Eggink voerde de stelling gemakkelijk naar winst.
De tegenstander van Fred, die luistert naar de naam Jacques Boonstra, gebruikte zeeën van tijd in de opening. Hierdoor had Fred gemakkelijk spel en in het middenspel won hij ook nog een paard. Right, said Fred, en hij won de partij zonder problemen.
Ik (Arnout) mocht op bord 3 met wit tegen Ruud Wille. Hij pakte de opening niet zo voortvarend aan en ik keek al snel tegen een geschatte +1.5 aan. Rond zet 20 bereikten we een stelling waarin van alles geslagen kon worden. Hij koos de verkeerde voortzetting, waarna ik een truc had die een stuk won. Vanwege de stand in de wedstrijd speelde hij nog lang duur en probeerde het mij nog zo lastig mogelijk te maken. Ik had wel wat veel tijd verbruikt en moest nog even goed bij de les blijven, maar de overwinning kwam niet meer in gevaar.
Het was nu 3-3 en Nick en Jan Willem moesten voor de beslissing zorgen. Nick had in een Kan-Siciliaan met Lb4 de pion op c3 gepakt, en die staat bekend als behoorlijk giftig. De avond ervoor had Willy in zijn les Wilhelm Steinitz geciteerd, die ooit heeft gezegd dat een pion wel wat problemen waard is. Hierop had Nick onomwonden verklaard een ‘pionpakker’ te zijn en nu wilde hij blijkbaar de daad bij het woord voegen. Witspeler Ben Gussinklo kreeg compensatie in de vorm van een loper op a3 die de zwarte rochade (voorlopig) verhinderde, het loperpaar en actiever spel, maar Nick verdedigde dapper en de witte compensatie verwaterde langzaam maar zeker. Uiteindelijk gooide wit er nog een tweede pion tegenaan, wat tot niets leidde. Juist op het moment dat ik niemand er nog aan twijfelde dat Nick ging winnen, blunderde hij, waardoor hij niet aan dameverlies kon ontsnappen. Dit was erg bitter, met name voor hem zelf. En daarmee zijn we weer terug bij de bittere smaak uit de eerste paragraaf van dit stuk. Jan Willem had namelijk een mindere stelling en mocht hooguit nog hopen op remise. Maar ook die hoop bleek ijdel: in tijdnood verloor JW een pion en Ivo van der Gouw speelde het netjes uit. Eindstand: 5-3.

Er is maar één manier om een bittere nasmaak weg te spoelen, en dat is met zoete overwinningen in de komende speelrondes!